Haga Ziekenhuis

Elleboogletsel

Voor gerelateerde behandelingen en specialismen kunt u de tabbladen in het menu gebruiken.

Botbreuken in de elleboog kunnen lage breuken zijn van de bovenarm of hoge breuken van de onderarm. De behandeling hangt af van de exacte plaats van de breuk en van de mate waarin de fragmenten verplaatst zijn. Er zijn veel soorten letsels van de elleboog mogelijk. De meest voorkomende worden besproken. Als het gaan om een breuk in de bovenarm is de behandeling eigenlijk altijd operatief. Dit kan onder narcose of met een speciale verdoving die de hele arm verdooft. Via één of twee sneden in de arm wordt het bot vrijgelegd, worden de botstukken op hun plaats gelegd en gefixeerd met platen en schroeven. Hierna worden de wonden weer gesloten. Soms is het nodig om het bot in de onderarm open te maken om goed bij de brokstukken in de bovenarm te komen (olecranon-osteotomie). Dit bot wordt uiteraard na reparatie van de breuk ook weer gefixeerd. Na de operatie krijgt u adviezen van de fysiotherapeut over wat u wel en niet mag. Meestal betekent het dat u wel mag bewegen, maar niet belasten.

Als het spaakbeen (radiuskop) gebroken is, kan u met drukverband of met gips behandeld worden, afhankelijk van het verloop van de breuk. Als er gips nodig is, krijgt u bovenarmsgips voor 3 weken. Als het brokstuk te zeer verplaatst is of te groot, kan het nodig zijn te opereren. De operatie vindt plaats onder algehele narcose of met een speciale verdoving die de hele arm verdooft. Er wordt een snee gemaakt langs de elleboog en het bot wordt vrijgelegd. Het botstuk wordt op z’n plaats gelegd en gefixeerd, meestal met een schroefje. Hierna wordt de wond gesloten. Na de operatie krijgt u adviezen van de fysiotherapeut over wat u wel en niet mag. Meestal betekent het dat u wel mag bewegen, maar niet mag belasten.

Als de ellepijp ter plaatse van de elleboog gebroken is, moet deze operatief behandeld moet worden. De operatie vindt plaats onder narcose of met een speciale verdoving die de hele arm verdooft. Er wordt een snee geplaatst over de elleboog. Het bot wordt vrijgelegd. Afhankelijk van de aard van de breuk (één of meerdere brokstukken) wordt deze behandeld met pennen en een draad (cerclage) of een plaat en schroeven. De wonden worden gesloten. Na de operatie krijgt u adviezen van de fysiotherapeut over wat u wel en niet mag. Meestal betekent het dat u wel mag bewegen, maar niet mag belasten.

Geen enkele ingreep is vrij van complicatierisico. Er kan een nabloeding of een infectie optreden of problemen met het ingebrachte materiaal. Ook kan er een letsel van de zenuw in de elleboog optreden (zeldzaam). Bij vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek chirurgie (tel. 079-3462585) van 8.15-16.30 uur, en buiten deze tijden met de Spoedeisende Hulp (tel. 079-3462539).