Haga Ziekenhuis

Onderbeenletsel

Voor gerelateerde behandelingen en specialismen kunt u de tabbladen in het menu gebruiken.

In het onderbeen zitten twee botten: scheenbeen (tibia) en kuitbeen (fibula). Het onderbeen kan breken ter plaatse van de schacht, de knie of de enkel. De afwijkingen worden vastgesteld middels rontgenfoto’s . Bij het lichamelijk onderzoek wordt ook goed gelet op de toestand van de weefsels van het onderbeen, want die lopen bij letsels van het onderbeen veel risico. Breuken van de schacht worden zelden met gips behandeld, omdat het langdurig bovenbeensgips nodig maakt. Bij niet verplaatste breuken kan het wel. Een operatie wordt onder algehele narcose of ruggenprik gedaan. Meestal wordt een breuk van de scheenbeen-schacht verzorgd met een pen. Deze wordt meestal via de knie ingebracht, maar soms ook vanuit de enkel. Ook een plaat en schroeven kan gebruikt worden. Als er zeer ernstig letsel is van de weefsels rondom het bot, kan ook voor een uitwendige stellage gekozen worden om de breuk te fixeren (fixateur externe). Dit is doorgaans een tijdelijke oplossing, waarna behandeling met een pen volgt. Revalidatie na behandeling met een pen houdt in dat u het been mag belasten op geleide van de pijn. De fysiotherapeut kan u begeleiden bij het revalidatieproces. Geen enkele ingreep is vrij van complicatierisico. Er kan een nabloeding optreden, een infectie of problemen met het ingebrachte materiaal. Soms groeit het bot verkeerd, traag of helemaal niet vast. Speciale aandacht verdient het zogenaamde logesyndroom. ). Bij vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek chirurgie (tel. 079-3462585) van 8.15-16.30 uur, en buiten deze tijden met de Spoedeisende Hulp (tel. 079-3462539).