Haga Ziekenhuis

Coronapatiënt over zijn IC-opname: “Voor mijn vrouw was het zwaarder dan voor mij.”

Johan en Lilian Harteveld

Johan Harteveld (67) lag vijf en een halve week op onze Intensive Care met corona. Vier weken daarvan werd hij slapende gehouden, omdat hij moest worden beademd. Daarna volgden nog twee weken op de verpleegafdeling en vijf weken voor revalidatie. Sinds twee weken is hij weer thuis en het gaat wonderbaarlijk goed met hem. “Als we gaan wandelen moet jij na vier kilometer afhaken”, zegt hij met een glimlach tegen zijn vrouw Lilian. “Dat is bluf”, antwoordt zij al even liefdevol.

Reizen

Johan: “We zouden gaan reizen naar China, met een bevriend stel. Maar vanwege corona ging dat niet door. In plaats daarvan zijn we naar Engeland gegaan, waar we alle vier het virus hebben opgelopen. Terwijl ik op de IC lag is onze vriend er verschrikkelijk genoeg aan overleden. Onze beide vrouwen zijn goed hersteld en hebben relatief weinig klachten gehad.

Het virus is absoluut niet te onderschatten. En het is zeker niet ‘maar een griepje’, zoals sommige groeperingen wel beweren. Het stoort me wel dat het op deze manier in de media komt.”

Spoedeisende hulp

Lilian: “Toen alles begon was Johan niet eens benauwd, maar hij kreeg hoge koorts en paracetamol hielp amper. Bovendien ademde hij heel erg snel. We hebben ons met een verwijzing gemeld bij de Spoedeisende hulp. Ik mocht daar helaas niet mee naar binnen vanwege besmettingsrisico.”

Johan: “Ik herinner me lang niet alles vanaf het moment dat ik binnenliep bij de eerste hulp. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de slaapmedicatie, die een tijdje later volgde op de Intensive care. Ik raakte daardoor hele stukken kwijt. Ook van mijn tijd op de IC weet ik nog maar weinig, op een paar flashbacks na.”

Contact

Lilian: “Ik moest dus naar huis en ik had geen idee hoe het met Johan ging. Ik durfde ook niet te bellen naar het ziekenhuis. Ik was zo bang om te horen dat hij het niet gered zou hebben. Dat was echt afgrijselijk. De verpleging was ook zo enorm druk, dat het hen nog niet direct lukte om naasten te informeren. Uiteindelijk kreeg ik telefoon van IC-verpleegkundige Frieda. ‘We zien een groen sprietje’, zei ze. Ze bedoelde daarmee dat er iets van vooruitgang was. Ik vond dat een hele fijne uitdrukking.

Ik heb Johan ruim vijf weken niet kunnen zien. Dat was bijna onmenselijk. Tijdens zijn opname op de IC werd hij 67 jaar. Om het toch een beetje te vieren heb ik vlaaien laten bezorgen op de IC. Hij heeft daar natuurlijk zelf niets van gegeten. Ook stuurde ik hem een knuffel, een hondje. De verpleging legde die op zijn borst en maakte er een foto van voor mij en de kinderen. Ik vond het zo zwaar om van hen te horen dat hij soms lag te huilen. Ik weet niet precies in welk stadium hij op die momenten was. Het in slaap zijn op de IC heeft namelijk verschillende gradaties, er zijn ook stadia waarin je enigszins bij bewustzijn bent. Je kunt dan bijvoorbeeld wel instructies opvolgen van de fysiotherapeut, maar je bent niet volledig wakker.”

Foto: Lilians knuffelhond voor Johan

Schaapjes

Johan: “Op een zeker moment was het alsof ik in een andere dimensie leefde. Ik zag een rode deur, met een rond raampje, zoals bij een lift. Achter dat raampje zag ik vuur branden. En ik hoorde een stem: We komen je halen. Maar er zat geen klink op die deur. Links van de deur zag ik een wei en er liepen schaapjes op. Ik heb er natuurlijk voor gekozen om daar naartoe te gaan. Het was een duidelijk kantelpunt. Ik voelde: Ik blijf leven. Dat moment heeft ontzettend veel indruk op me gemaakt.”

Lilian: “Dat van die schaapjes had je me nog niet eerder verteld.”

Johan: “Ik zag soms de raarste dingen. Zo leek het een keer alsof er steeds een bever over de balie van de IC heen en terug liep. Ik dacht steeds: wat doet dat beest daar toch? Achteraf moeten dat de haren zijn geweest van verpleegkundigen die, gezien vanuit mijn plek in bed, net boven de rand van de balie uit kwamen.”

Herstel

Lilian: “Na vier weken ging de buis van de beademing eruit. Omdat Johans keel te gezwollen was om te ademen lukte dat niet en werd de buis weer teruggeplaatst. Toen is operatief een buisje vanaf de buitenkant geplaatst om de beademing verder af te bouwen.”

Johan: “Als je weer zelf kunt gaan drinken krijg je eerst een vloeistof met verdikkingsmiddel. Dat is nodig om verslikken tegen te gaan. Maar het was zo vies! Ik herinner me heel goed hoe ik daarna mijn allereerste glas gewoon water kreeg. Ik had nog nooit in mijn leven zoiets lekkers geproefd. Hoewel het waterijs daarna trouwens ook geweldig was.”

Reset

Johan: “Op de IC begon de fysiotherapie al, omdat je spieren natuurlijk verslappen. Je gaat fysiek én geestelijk enorm achteruit. Ik trilde zo erg, dat ik af en toe per ongeluk op de noodoproep drukte. Ik herinner me de toetsen van een telefoon: in plaats van normale cijfers leken er Egyptische hiërogliefen op te staan. Ook leek het een keer alsof ik op een vliegkampschip was. En ik hoorde achteraf dat ik Engels sprak. Het is alsof alles een volledige reset heeft gekregen.”

Luisterlijn

Lilian: “Na de Intensive care volgden nog twee weken op de verpleegafdeling. Daar kreeg Johan weer last van verwardheid. Hij leek weer in een andere realiteit te leven, wilde weg uit het ziekenhuis. Hij had een ander besef van tijd en plaats. Het is dan heel belangrijk dat je een vertrouwd persoon bij je hebt, maar ik mocht vanwege de strenge bezoekregels nog steeds niet bij hem zijn.

Dat idee dat hij daar alleen lag in die toestand vond ik enorm zwaar. Ik heb de luisterlijn gebeld, gewoon om even met iemand te praten. Later mocht ik een paar keer komen en toen weer niet. Ik was op een zeker moment zó ten einde raad dat ik weigerde om nog bij hem weg te gaan. Ik was niet meer voor rede vatbaar.

In de periode in het ziekenhuis kreeg hij ook nog twee keer een ‘gewone’ longontsteking en een bloedvergiftiging. Ik was bijna blij dat hij iets kreeg wat bekend is en waarbij artsen goed weten wat ze kunnen doen.”

Johan: “Voor naasten is het vaak zwaarder dan voor de patiënt zelf. Dat zeggen ook veel lotgenoten. Zelf krijg je dit allemaal niet echt mee. Op de IC en de verpleegafdelingen werd een dagboek bijgehouden. Daarin kan ik teruglezen wat er allemaal gebeurd is.”

Foto: In dit dagboekje van de verpleging leest Johan terug hoe zijn dagen in het LangeLand Ziekenhuis zijn geweest.

Hulp

Johan: “Om goed te kunnen herstellen is het denk ik belangrijk dat je positief in het leven staat. Het helpt natuurlijk erg mee als je een partner of andere betrokken naasten hebt. En het is belangrijk om hulp te aanvaarden. Ik grijp nog steeds alles aan wat voor mij beschikbaar is, zoals fysiotherapie en andere revalidatie. En ik heb geen angst om hierin steeds weer nieuwe grote stappen te zetten. Het verbaast me soms om te zien hoe gemakkelijk sommige patiënten stoppen met hun therapie, omdat ze geen zin hebben om te oefenen.”

Bewust genieten

Johan: “Ik kijk er nu naar uit om weer te reizen, maar dat kan vanwege alle regels natuurlijk nog niet echt. Gelukkig hebben we al veel van de wereld gezien. Omdat we beiden helaas familieleden op jonge leeftijd verloren hebben, leefden we altijd al met de dag. En we genoten bewust van wat die te bieden had. Daarmee kunnen we nu gelukkig doorgaan. En de smaak van water? Ja, daar ben ik inmiddels toch wel weer aan gewend.”

 

Interview: Liesbeth van Houten

Foto's Johan en Lilian: Sicco van Grieken

Johan en Lilian Harteveld 2

Eerder verschenen in deze serie:

IC-verpleegkundige Anneke van Gestel: “Ik hoop dat ik heel veel mensen mag blijven opknappen.”

Poortarts Spoedeisende hulp Joren Verhoog: “Onze Spoedeisende hulp is er voor alle acute zorg en heeft voldoende capaciteit."

Oncologieverpleegkundige Martien van der Lugt: “Chemokuren gingen veilig door tijdens de coronacrisis.”

Lees de verhalen van LangeLand in coronatijd op www.llz.nl/verhalen